Banken wachten er al maanden met spanning op: de nieuwe eisen voor bancaire
buffers, die het internationale comité van toezichthouders in Basel
verplicht wil stellen.
Het Baselse comité, dat onder leiding staat van de Nederlandse
centrale-bankpresident Nout Wellink, is bezig de puntjes op de i te zetten.
Dinsdag 7 september komen de banktoezichthouders bijeen om de knoop
definitief door te hakken.
De Duitse krant Die
Zeit lichtte maandagavond al een tipje van de sluier op, met een bericht
over een gelekt document waarin diverse details worden uiteengezet.
Hogere buffers
Sinds twee jaar is vrijwel iedereen het erover eens dat commerciële banken
meer vet op de botten moeten krijgen. Dat is noodzakelijk om zonder
overheidssteun een financiële crisis zoals die van 2008 te overleven. In
Nederland gingen onder meer ABN Amro, ING en SNS Reaal aan het staatsinfuus.
De discussie gaat vooral over de vraag hoe hoog moeten de nieuwe buffers zijn?
En hoelang mogen banken erover doen om aan de nieuwe eisen te voldoen.
Volgens Die Zeit willen banktoezichthouders de minimumeis voor de zogenoemde
tier-1 ratio, die het eigen vermogen van banken afzet tegen naar risico
gewogen bezittingen, via een getrapte constructie flink verhogen. Banken die
niet aan de eisen voldoen krijgen wel tot 2018 om hun zaakjes op orde
brengen.
Negen tot twaalf procent
De huidige regel eist een tier-1 ratio van minstens vier procent. In de
nieuwe methodiek zou de tier-1 ratio bestaan uit een basisquote van zes
procent, aangevuld met een "conserveringsbuffer" van drie procent,
dus samen negen procent. Daarbovenop zouden banken in goede tijden nog een
extra buffer van drie procent moeten opbouwen, waarmee de totale buffer op
twaalf procent kan uitkomen.
Hoewel niet zeker is of dit inderdaad het definitieve pakket wordt, is het
aardig om alvast te kijken hoe Nederlandse grootbanken eruit zouden
springen. Per 30 juni dit jaar lag de tier-1 ratio bij Rabobank, ABN Amro,
ING en SNS Bank respectievelijk op 14,9 procent, 12,3 procent, 11,2 procent
en 11,1 procent.
Rabobank zit in een redelijk comfortabele positie, maar ING en SNS Reaal
zouden bijvoorbeeld wat extra moeten doen om de 12 procent-eis te halen. Om
een idee te geven: het tekort van 0,8 procentpunt van ING komt neer op een
kleine drie miljard euro.
Markteis
Van belang is echter dat het om minimumeisen van toezichthouders gaat. Voor
banken is minstens zo belangrijk wat financiële markten als solide
beschouwen. In het najaar van 2008, na de val zakenbank Lehman Brothers,
bleek bijvoorbeeld dat beleggers banken met een tier 1-ratio van minder dan
10 procent wantrouwden. De informele markteis lag liefst zes procentpunt
boven het officiële minimum.
Als de nieuwe standaard bij toezichthouders fors hoger komt te liggen, is er
een gerede kans dat banken daar weer een schepje bovenop moeten doen om op
kapitaalmarkten geloofwaardig over te komen. Ook voor Nederlandse
grootbanken betekent dit dat ze de komende jaren flink moeten hamsteren.
Klant of aandeelhouder
Tegen deze achtergrond is het niet vreemd dat veel banken liever niet al te
hoge spaarrentes geven of scherp aan de wind varen met hun
hypotheektarieven. Alleen roept dat wel de vraag op wie er moet opdraaien
voor het aanvullen van de bancaire kapitaalbuffers.
Het uitmelken van spaar- en hypotheekklanten is een makkelijke oplossing. Maar
als banken echt geld nodig hebben èn prijs stellen op tevreden klanten,
kunnen ze beter open kaart spelen. Bijvoorbeeld door vers geld op te halen
bij beleggers. Dat raakt zittende aandeelhouders, maar is wel zo eerlijk bij
het verdelen van de pijn.
Lees ook:
bewijzen
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl